Het principe


Er is het onderscheid tussen vermogensrechten en morele rechten.

1. De vermogensrechten

Dit betreft het exclusieve recht van de auteur op de economische exploitatie van zijn werk, dit wil zeggen:

  • het reproductierecht
  • het recht tot mededeling aan het publiek
  • het volgrecht

Enkel de auteur beschikt over het recht tot reproductie van zijn werk of tot het toelaten van de reproductie ongeacht de manier waarop of ongeacht de vorm waaronder .

Enkel de auteur beschikt over het recht tot bekendmaking van zijn werk door middel van, bijvoorbeeld, het televisiemedium, internet,…

De auteur heeft een absoluut monopolie over zijn werk, tenzij dit anders is overeengekomen. De auteur zal een licentie verlenen voor een welbepaald gebruik ; hij kan ook de beslissing nemen om zijn rechten af te staan.

Het volgrecht betreft de auteurs van beeldende kunstwerken. Zij hebben het recht een bedrag (t.t.z. 4 % van de verkoopswaarde) te recupereren wanneer één van hun originele werken verkocht is tijdens een openbare verkoop. Voor meer inlichtingen betreffende dit onderwerp kan U de rubriek volgrecht consulteren.

2. De morele rechten

Dit is het niet-economisch aspect van het auteursrecht. Ook hier onderscheiden we drie rechten :

  • het recht op bekendmaking
  • het recht op vaderschap
  • het recht op eerbied voor het werk

De auteur heeft souverein het recht te beslissen of zijn werk al dan niet voltooid is en klaar is om medegedeeld te worden aan het publiek.

De auteur heeft het recht het vaderschap van zijn werk op te vorderen of te weigeren.

Het recht op respect en integriteit stelt de auteur in de mogelijkheid zich te verzetten tegen wijzigingen, vervormingen en schendingen van zijn werk.

Voorwaarden om te kunnen genieten van de primaire rechten

Niet elk werk wordt beschermd. Twee voorwaarden zijn noodzakelijk:

1. originaliteit

Eén van de voorwaarden waaraan voldaan moet worden opdat een werk beschermd wordt door het auteursrecht is dat het werk 'origineel' moet zijn.

De wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten geeft geen algemene definitie van het begrip 'originaliteit'. Artikel 2, § 5, dat handelt over de beschermingsduur voor foto's, stelt dat een foto 'oorspronkelijk' (een ander woord voor origineel) is, indien deze de vrucht is van '... een eigen intellectuele schepping van de auteur ...'. Aangenomen wordt dat dit de regel is voor alle categorieën van werken, en dus niet alleen voor foto's.

Door dit korte zinnetje weten we dat 'originaliteit' twee zaken vereist:

  • een intellectuele inspanning: het werk moet de vrucht zijn van een intellectueel proces dat zich per definitie afspeelt in de menselijke geest;
  • het werk moet verbonden zijn met de persoonlijkheid van de auteur en moet derhalve de stempel, de 'vingerafdruk', dragen van de auteur.

Het werk moet anderzijds niet nieuw zijn (bijvoorbeeld: een cartoon gemaakt in een welbepaalde, reeds bestaande stijl kan wel degelijk origineel zijn), noch moet het artistieke waarde hebben. Een werk uitsluitend tot stand gekomen in toepassing van technische vereisten, of volgens de richtlijnen van de opdrachtgever, zonder de minste eigen inbreng van de auteur, zal niet beschermd worden door het auteursrecht.

2. vorm

Het werk moet een vorm gekregen hebben alvorens beschermd te worden. Ideeën, concepten en methodes worden echter niet door het auteursrecht beschermd.

Duur van de bescherming

De auteursrechtelijke bescherming geldt tot 70 jaar na de dood van de auteur. Indien het werk in samenwerking wordt gerealiseerd, geniet het werk bescherming tot 70 jaar na de dood van de laatst overlevende co-auteur. Voor meer inlichtingen betreffende dit onderwerp kan U de rubriek duur van de bescherming consulteren.


Vindt u niet het antwoord op uw vraag? Contacteer ons en wij antwoorden u zo spoedig mogelijk: info@sofam.be